Hertme
© Heemkundegroep Hertme
Pastoor Holtel
Pastoor Holtel is 58 jaar als hij in de parochie
St. Stephanus komt. Verschillende ziektes en
kwalen kluisteren hem regelmatig aan het
ziekbed. Dat weerhoudt hem er echter niet van
om regelmatig uiting te geven aan gevoel voor
Twentse humor. Zo ook op een dag dat een
parochiaan de herder aan het ziekbed bezoekt.
De man vertelt dat zijn hond is overleden en
de pastoor vraagt: 'Woar heft hem mankeert?'
De man zegt: 'Dat weet ik nig, mer hee is wa
kapot'. Waarop de pastoor zegt: ‘Ik weet wa
woad em schot hef: tusschen 'n kop en 'n stet!'
In de periode dat pastoor Holtel in Hertme is, vat
het bestuur van de muziekvereniging St.
Gregorius het voortvarende plan op om de
magere verenigingskas te spekken: er moet een
dansavond worden georganiseerd. Een
dansmeester zegt toe de danslessen, die plaats
gaan vinden in café Liedenbaum, te leiden. Omdat pastoor Holtel geestelijk adviseur is van
de vereniging, vindt er, voordat een definitieve datum wordt vastgesteld, overleg plaats
met de herder van Hertme. Twee bestuursleden gaan op bezoek bij de pastoor en leggen
hem het plan voor. In eerste instantie geeft de pastoor toestemming. Hij vindt het zelfs een
goed plan om op deze aangename wijze de verenigingskas wat aan te vullen. Wanneer
meneer pastoor informeert naar het aantal deelnemers, krijgt hij te horen dat er ook leden
van het 'zwakke geslacht' de dansmanifestatie zullen bijwonen. 'Wat? Komen er ook
meisjes! Dan gaat het niet door!', is het korte maar krachtige antwoord van pastoor Holtel.
Het voortvarende bestuur van St. Gregorius moet op zoek naar andere wegen om de
verenigingskas te vullen .....
Slechts twee jaar blijft pastoor Holtel in Hertme. Om gezondheidsredenen moet hij in
1937 zijn herderlijke bediening stoppen. Hij vertrekt naar Lonneker, waar nog vrij on-
verwacht op 16 juni 1938 de Heer hem tot zich roept.