Hertme
       © Heemkundegroep Hertme

Pastoor Lensen

Pastoor Lensen in 1919 geboren in de goud- en zilverstad Schoonhoven. Zoon van een 'hazenpoot' zoals de bijnaam was van de edelsmeden, die een hazenpoot gebruikten om de fijne zilver- en goudstof na het werk bijeen te vegen. Johannes Maria Lensen groeit op in een degelijke rooms-katholieke sfeer, samen met een broer en een zuster. Die broer, Andries, is overigens pastoor in België. Hij is dertien jaar als hij, in navolging van zijn broer naar Uden gaat om bij de Kruisheren het gymnasium te doorlopen. In 1938 treedt hij als novice in in het klooster van de Dominicanen in Huissen. Er volgt, mede door de oorlog, een turbulente tijd. Als hij in Zwolle filosofie heeft gestudeerd, vertrekt hij naar Nijmegen waar een theologiestudie van vier jaar op hem wacht. In 1944 wordt hij, door bisschop Lemmens van Roermond  in het kleine Limburgse Reuver tot priester gewijd. Over zijn keuze zijn leven aan de Heer te wijden zegt pastoor Lensen: 'Ach neen, geweldig idealistisch was ik niet. Je had banden met de geestelijkheid, je was misdienaartje in de kerk en zo begint dat dan. En natuurlijk keken we als kleine jongens geweldig op tegen de pastoor in Schoonhoven. Als jongetje wil je dat dan later ook worden'. Na zijn priesterwijding keert pater Lensen terug naar Huissen om te assisteren in de omliggende parochies. In 1947 wordt hij dan als missionaris uitgezonden naar Curaçao. Met tegenzin, zo zegt hij nu: 'Je had natuurlijk te gehoorzamen, maar ik vond het afschuwelijk. Ik heb er heimwee gehad als een kleine jongen'. De heimwee maakt echter plaats voor grote pastorale inzet en in de 32 jaren dat pater Gregorius, zoals zijn kloosternaam luidt, doorbrengt op de diverse eilanden van de Nederlandse Antillen verricht hij goede werken. Hij is er een moderne geestelijke: al voor het tweede Vaticaans Concilie preekt hij met het gezicht naar de mensen in de kerk. En . . . laat de diensten ter plekke vertalen in het Papiamento, de volkstaal. Over zijn missiewerk vertelt hij: 'Ik heb me er langzamerhand helemaal op gegooid. Wat je daar veel had was dat het geloof vermengd was met bijgeloof. Maar het was wel een goede tijd'. Op doktersadvies keert hij na 32 tropenjaren terug naar Nederland. Na enkele jaren van rust wil pater Gregorius Lensen toch weer pastorale kennis en ervaring in de praktijk aanwenden. Terug naar de Nederlandse Antillen wordt hem echter afgeraden. Door een toevallige samenloop van omstandigheden hoort hij dat er een pastoor wordt gevraagd in Hertme. 'Ik was in Hengelo voor een moederdagviering met Antilianen. Dat was op 13 mei 1984. Op 14 mei stierf pastoor Zoetebier. Via deken Span van Hengelo werd ik later attent gemaakt op de post in Hertme. Ik kwam hier, zag dat het een kleine parochie was en was daarmee heel gelukkig. Een klein paradijs. Dat het een kleine parochie was juist dat trok me, leek me ideaal. Een beetje geestelijk vaderen'. De eerste confrontatie met de parochianen verloopt niet zo best: als hij zich in Hertme aandient met pater Groenewoud, belt hij bij een huis aan om de sleutel van de kerk te vragen. 'Ik stond daar en ik was netjes in het pak. Ik had ook een tas met wat spullen bij me. Wilden ze eerst niet opendoen omdat ze dachten dat ik van de Jehova's was!'. Ondanks de problemen met de taal voelt pastoor Lensen zich thuis in de kleine parochie. Het 'geestelijk vaderen' krijgt er de ruimte. Temeer omdat veel zaken goed geregeld zijn. 'Ik moet zeggen dat ze hier allemachtig goed naar de kerk gaan en enorm gemotiveerd zijn in hun geloof. Ik heb m'n leven lang bijna voor lege kerken gestaan. Op de Antillen werden de diensten slecht bezocht, dus je kunt je voorstellen dat het hier een verademing is om die kerk zo vol te zien steeds'. (Foto boven: de pastorie) Een gemakkelijke taak om de parochie van de St. Stephanus van geestelijke zorg te voorzien is het overigens allerminst. In eerste instantie waren de parochianen gewend aan een man als pastoor Zoetebier, ten tweede heeft pastoor Lensen veel moeite met de Twentse taal. Het betekent dan ook niet zelden dat de Dominicaner pater 'tussen de klippen door moet zeilen'. Zelf omschrijft pastoor Lensen zich als vooruitstrevend. 'Ja, dat durf ik wel te zeggen. Maar over het algemeen lig ik er een beetje tussen in: tussen conservatief en progressief'. Naast het 'geestelijk vaderen' heeft pastoor Lensen de tijd om zich aan zijn grote hobby te wijden: het vertalen van de bijbel en psalmen in het Papiamento en de muziek. Over het eerste zegt hij dat het 'een hels karwei is'. Maar ondanks werkt hij met grote inzet aan de klus. En wie wel eens op de pastorie vertoeft hoort niet zelden de tonen van een aria of klassiek concert door de kamer klinken. In Hertme heeft pastoor Lensen het naar zijn zin. Op 3 november 1987 besluit hij opnieuw om voor een periode van twee jaar in 'dat kleine paradijs' te blijven. Pastoor Lensen: de vijfentwintigste in een rij van zielzorgers. Herders die hun schapen naar eigen inzicht maar altijd in de overtuiging van het Rooms-Katholieke geloof hebben bijgestaan. Herders die ieder hun eigenaardigheden en eigen aardigheden hadden. Na twaalf jaar de parochie te hebben geleid, gaat pastoor Lensen in 1996 met emeritaat. Na nog enkele jaren in de pastorie verbleven te hebben verlaat hij, noodgedwongen vanwege gezondheidsproblemen, Hertme. Hij neemt in 1999 zijn intrek in het  kloosterverzorgingshuis Berchmanianum in Nijmegen, waar hij tot aan zijn dood, op 4 oktober 2010, een uitstekende verzorging ontvangt. Pastoor Lensen is op 8 oktober in Hertme op het parochiekerkhof begraven.
Home Hertme Historie Actueel Video’s Foto's Archief